woensdag 17 oktober 2018

Lezen voor de lijst vwo 6 - boek 3

Titel: Een schitterend gebrek
Auteur: Arthur Japin
Aantal pagina's: 239
Eerste druk: 2003
Uitgever: De Arbeiderspers
Plaats: Utrecht
Genre: psychologische roman


Samenvatting

I: Het voordeel van de liefde
In het Amsterdam van 1758 blikt Lucia terug op haar jeugd terwijl zij gesluierd door het leven gaat. Ze krijgt veel aandacht van mannen: vooral de Franse chevalier Seingalt wil haar hart en vertrouwen winnen als zij samen uitgaan. Maar Lucia is gekwetst door de liefde en wijst hem af.
Ze werd geboren in 1728 en woonde op het Italiaanse landgoed Pasiano van de gravin van Montereale. Lucia’s ouders zijn bij haar in dienst als hoofd van de huishouding. Lucia groeit op in een vredige omgeving en wordt het lievelingetje van de gravin. Haar leven verandert als de dochter van de gravin gaat trouwen en er een groot feest gegeven wordt. Lucia is dan veertien en ontmoet de broers Francesco en Giacomo Casanova. Ze sluit vriendschap met de zestienjarige Giacomo en brengt elke ochtend op zijn kamer tijd met hem door. Hij heeft rechten gestudeerd en heeft bovendien de priesterwaardigheid. Na de festiviteiten beseft Lucia dat ze hem niet kwijt wil en mag Giacomo van de gravin nog een maand blijven. Het duurt niet lang voor ze elkaar de liefde verklaren. Hij vertrekt om aan zijn toekomst te werken maar belooft het jaar daarop terug te komen en met haar te trouwen.
Ondertussen ontdekt de Lucia in Amsterdam dat mijnheer Seingalt van oorsprong Italiaans is en in zijn jeugd ook gekwetst is door de liefde: hij verloor zijn hart aan een meisje en beloofde haar trouw, maar ze verdween.

II: Een schitterend gebrek
Terwijl Lucia de terugkomst van haar geliefde afwacht, krijgt ze privéles van monsieur De Pompignac, de voormalige leraar van de dochter van de gravin. Hij leert Lucia alles over literatuur, talen en etiquette. Als monsieur De Pompignac gegrepen wordt door de in Venetië heersende ziekte (pokken), is Lucia de enige die hem mag verzorgen totdat hij uiteindelijk overlijdt. Op de dag van de begrafenis draagt ze kleding die hij haar schonk, maar wordt daardoor zelf ook ziek. Na drie weken ontwaakt ze uit een soort coma (terwijl ze eigenlijk op het punt van sterven stond) en ontdekt dat haar gezicht totaal verminkt is door het openkrabben van de zweren. Omwille van Giacomo’s geluk liegt Lucia bij zijn terugkomst dat ze er met een dienstbode vandoor is gegaan. Ze maakt gebruik van de avances van graaf Antonio en gaat met hem naar bed in ruil voor geld. Zonder veel bagage verlaat ze het landgoed waar ze opgroeide en reist door Zuid-Italië.
Uiteindelijk settelt ze zich in Bologna, waar ze vanwege haar gezicht vernederd en gevreesd wordt; hiervoor leert ze zich echter af te sluiten. Na vele korte betrekkingen wordt ze huishoudster bij een rijk echtpaar, werkzaam in de anatomiewetenschap. Haar meesteres, signora Manzolini, is zeer feministisch en krijgt dagelijks bezoek van vrouwen die samen discussiëren over ethische zaken.
De Franse gravin Zélide toont speciale interesse in Lucia en bestempelt haar lelijkheid als een gebrek waar ze gebruik van kan maken. Lucia noemt zichzelf inmiddels Galathée de Pompignac. Zélide vraagt haar om als haar secretaris mee te reizen naar Napels. Lucia stemt toe, ondanks dat ze Zélides passie voor archeologie niet deelt. In Napels vinden ze een ondergrondse stad. Lucia beleeft hier in Napels haar eerste kater en laat de broers Vanuti van haar lichaam gebruik maken. Daarna reist ze met Zélide naar Venetië, ofwel de thuishaven van Giacomo.
Lucia onttrekt zich aan alle aandacht: pas in de periode dat iedereen gemaskerd door de stad gaat, treedt zij in het openbaar en vraagt naar haar geliefde, zonder haar identiteit te onthullen. Ze hoort van zijn broer Fransesco dat Giacomo in Turkije is om zijn geluk te beproeven en er vele minnaressen doorheen jaagt. Fransesco lijkt Lucia te herkennen, hoewel Lucia niets laat merken. Zélide blijkt erg ziek te zijn en Lucia is de enige die haar mag verzorgen. In de laatste periode van haar leven wordt Zélide steeds afstandelijker en heeft ze alleen nog oog voor haar wetenschappelijke experimenten. Na haar dood vertrekt Lucia naar het rijke Amsterdam. Het is dan 1749.

III: Theatrum amatorium
Op een donderdagavond spreekt Lucia (Galathée) in Amsterdam af met haar vriend Janisson. Tot haar verrassing en afgrijzen neemt hij haar echter mee naar het spinhuis, waar prostituees gestraft worden door aan het spinnewiel gezet te worden, voor het oog van pestend publiek. Tussen deze vrouwen is er één die Galathée lijkt te herkennen en haar ruw vastgrijpt terwijl ze tekeer gaat – ook zij is in haar gezicht verminkt en ze slaagt erin de sluier van Lucia’s (Galathées) gezicht te verwijderen zodat haar nog altijd lelijke gezicht zichtbaar wordt. Lucia wordt zich ervan bewust dat monsieur Seingalt en haar Giacomo één en dezelfde zijn, maar dat Seingalt zich niet bewust is van haar identiteit. Ze schrijft Giacomo een brief waarin ze hem toestemming geeft haar het hof te maken om te zien of hij werkelijk nooit het hart van een vrouw breekt, zoals hijzelf beloofde.
Lucia herinnert zich hoe zij in Amsterdam arriveerde en door haar lelijkheid en vrouw-zijn nergens werk kon krijgen. Nadat een professor haar betaalt voor tentoonstelling van haar verminkte lichaam, wordt ze prostituee. Na een korte tijd bij een pooier koopt ze zich vrij en wordt een meer verfijnde prostituee in het speelhuis, waar ze genoeg verdient om beter voor zichzelf te zorgen. Na een poos ontmoet Lucia de intelligente meneer Texira, die haar gratis onderdak en onderhoud geeft in ruil voor geanimeerde gesprekken over filosofie en literatuur, en zo af en toe een nacht samen. Hij en zijn vriend (die hetzelfde doet met een ander meisje, Danne genaamd) blijken joods te zijn. Drie dagen nadat Lucia dit ontdekt, worden ze alle vier gearresteerd wegens seksuele omgang tussen joden en christenen.Na anderhalve week opsluiting wordt Lucia veroordeeld tot twee jaar in het spinhuis.
Lucia krijgt van de vrijgekomen Texira geld en trekt samen met Danne in een appartement, levend van de prostitutie. Ze krijgt vaste klanten op vaste dagen van de week, maar blijft naar Giacomo verlangen.
In antwoord op de brief die Lucia hem stuurde, nodigt Giacomo haar uit voor een toneelvoorstelling. Lucia weet zich niet goed te gedragen en piekert over wat ze moet doen: haar ware identiteit blootgeven of hem in de waan laten van Galathée de Pompignac? Tijdens een diner na de voorstelling discussiëren de twee over de liefde en jeugd en het is voor Lucia duidelijk dat Giacomo niet meer dezelfde is. Ze blijft in haar rol en krijgt Giacomo zover dat hij met haar de nacht doorbrengt. In de periode hierna blijven zij samen, discussiërend, de liefde bedrijvend. Maar meer dan een fijn gezelschap lijkt het niet te zijn.
Als Giacomo vertrekt, doet Galathée alsof ze Lucia persoonlijk kent en laat hem in onwetendheid vertrekken. Als Giacomo kort daarop weer terugkeert, schrijft hij haar en vraagt haar om opheldering. Ze schrijft terug en vertelt hem dat hij de weddenschap der liefde heeft gewonnen. Ook zegt ze dat Lucia gekweld is door het leven, maar zo nu en dan in een muziekhuis in Amsterdam rondhangt. Vervolgens verkleedt ze zich op een avond in een voddenjurk, doet haar voile af en gaat zelf naar zo’n huis, waar ze zich weer als Lucia met Giacomo herenigt. Ze vertelt hem dat ze door de dienstbode verkracht, zwanger gemaakt en meegenomen werd, waarna hij haar in de steek liet. Giacomo verwijt het zichzelf, iets wat Lucia niet kan accepteren. Ze verbreekt het contact en ontvangt kort daarna van Giacomo als Seingalt een brief, gericht aan Galathée waarin hij zegt dat zij de weddenschap heeft gewonnen omdat hij weldegelijk Lucia’s hart brak. Hij geeft haar geld om Lucia te helpen en vertrekt zelf naar Parijs.
Lucia ontdekt dat ze zwanger is – ofwel van Giacomo, ofwel van Janisson. Kort na Giacomo’s vertrek gaat Lucia samen met Janisson – die haar kort daarvoor de liefde verklaarde – naar New York. Op de laatste bladzijden van haar verhaal vertelt zij dat zij haar verhaal voor haar ongeboren kind heeft opgeschreven om hem te laten weten waar zijn moeder vandaan komt. Uit de epiloog blijkt dat Lucia zichzelf heeft omgedoopt tot Lucy Janisson, dertig jaar met hem samen is geweest en drie kinderen ter wereld bracht, waarvan de oudste Jacob Janisson heette.


Mening:
Ik vind dit een heel mooi en meeslepend boek, want het verhaal heeft me echt geraakt en ik zat na de tijd toen ik het uit had nog steeds over het verhaal na te denken. Wat mij het meeste raakt is dat Lucia na haar ziekte, nadat haar hele gezicht was verminkt, alles in Pasiano opgaf omdat ze Giacomo niet van zijn droom wou weerhouden. Zijn droom was namelijk dat hij in Venetië wou doorbreken en beroemd worden, omdat ze in Venetië zo met het uiterlijk bezig waren was het onmogelijk voor hem om met Lucia aan zijn zij dit doel te behalen. Lucia wilde deze droom absoluut niet van Giacomo tegenhouden en besloot onaangekondigd van huis te lopen. Ook haar ouders wisten er niks van, ze heeft geen afscheid van ze genomen omdat ze bang was dat door alle emoties die dan op zouden komen ze niet meer weg wilde. Ik las deze scene haast met open mond, ik kon niet begrijpen dat Lucia dit echt ging doen. Ze was en is zo dol op hem, maar daarom heeft ze het juist gedaan. 
          De vertelde tijd is zo’n 30 jaar. Het begint met de jeugdjaren van Lucia en het eindigt als ze zo rond de dertig is. Het hele verhaal speelt zich af in de 18deeeuw, zo rond 1730 tot 1760. Het is in ieder geval in de bloeiperiode van Nederland op zee. Het deel van het verhaal dat zich in het verleden afspeelt, speelt zich af in Pasiano, waar Lucia haar moeder voor een gravin werkte, in Venetië en in Parijs. Het deel in het heden speelt zich af in Amsterdam. Lucia kwam vaak in het theater, in het bordeel, een gevangenis en een aantal restaurants. Wat ik zo leuk vind aan het boek is dat de eenheid van plaats niet steeds gelijk is. Het verhaal gaat eigenlijk over het hele leven van Lucia, niet een aantal jaren maar echt van toen ze 14 was totdat ze overlijd. Dit vind ik erg fijn om te lezen omdat je zo haar hele leven meemaakt. Vaak als de vertelde tijd een paar dagen is of misschien wel een avond, dan vind ik het altijd zo lang draderig en te veel in detail verteld. Dit boek heeft dat zeker niet.
Wel worden er veel tijdsprongen gemaakt, vooral in het begin. Dat vind ik wat minder want dan ben ik soms de draad even kwijt. Maar aan de andere kant ook wel weer leuk die tijdsprongen, want anders is het ook helemaal chronologisch en wordt het wat saai. Nu moet je je hoofd er goed bijhouden.Lucia is de ik-verteller. Het hele verhaal wordt vanuit haar perspectief verteld, waardoor je veel over haar te weten komt. Dit is erg fijn, want zo kom je ook veel over haar gedachtes te weten. Lucia is ook een alwetende verteller, want telkens wanneer ze terugblikt naar het verleden weet ze al wat er gaat gebeuren, omdat ze alles al een keer heeft meegemaakt. In het heden weet ze dit echter niet en is ze dus geen alwetende verteller meer. 
De motieven van dit boek
De rede: ook dit heeft te maken met het Rationalisme wat ze door haar huisonderwijzer geleerd krijgt. Toen zij de pokken kreeg overleefde ze dit door haar verstand, door alle jeuk en ondraaglijkheden een plek te geven in haar geest en verstand. Ook de beslissing om haar liefde voor Giacomo op te geven is puur op rationele gronden genomen. 
Ook later tijdens haar leven komt de rede haar te hulp. Wanneer ze als hoer werkt kan ze een soort van buiten haar lichaam treden en ondergaat de seks alsof zij het niet is.
Bedrog is ook een leidraad door het verhaal. Dit begint bij het punt dat Lucia aan Giacomo laat vertellen dat ze is weggaan met de huisknecht, terwijl ze zich verborgen houdt voor hem. Dit is een leugen voor zijn eigen bestwil, maar zo vat Giacomo dit niet op doordat hij nooit achter de waarheid was gekomen.  Lucia bedriegt hem weer wanneer ze hem ontmoet in Amsterdam maar net doet alsof ze een ander is, namelijk Galathée. Het hele boek staat de hele tijd in teken van het gebrek dat Lucia heeft na haar verminking. 
Titelverklaring: De titel, Een schitterend gebrek slaat vooral op Lucia in een latere fase van haar leven. Zoals zij het zelf beschrijft is zij erachter gekomen dat ze er meer aan heeft om zelf lief te hebben dan te worden bemind. Dit schitterend gebrek is dan waarschijnlijk het gebrek aan ontvangen liefde, ook omdat ze als prostituee alleen als lustobject fungeert en geen oprechte liefde van haar klanten krijgt.
Ook zijn haar littekens van de pokken een gebrek. Een deel van het boek heeft ook als titel een schitterend gebrek. Maar al eerder, nog voordat zij die littekens heeft heet Giacomo het al over een gebrek. [‘Ze heeft alleen één ernstige tekortkoming.’
‘Welke dan?’
‘Zij is te jong’
Hij meende het, maar zijn broer moest lachen: ‘Wat een schitterend gebrek!’ Pagina 52]

Hier worden dus niet de littekens op haar hoofd bedoeld, maar haar leeftijd. Giacomo is zeventien jaar en Lucia is veertien.
Zelf noemt ze haar littekens ook een gebrek. [Mijn gebrek vergat ik. Pagina 125]


Het motto van de roman luidt: 'Veel wat aanvankelijk alleen in de verbeelding bestaat, wordt werkelijkheid'. Het is afkomstig van Giacomo Casanova (G.C.) en komt ook in de roman zelf voor. Met deze woorden bewijst Casanova, die er trots op is dat hij zich van voelend tot denkend wezen heeft ontwikkeld, dat de romantiek hem toch niet helemaal onberoerd heeft gelaten.
Thematiek:
De roman speelt in het midden van de achttiende eeuw. Destijds was het rationalisme (de Verlichting) nog oppermachtig. Maar de eerste tekenen van een tegenbeweging waren al te bespeuren. Weldra zou de Romantiek doorbreken, die uit reactie alle nadruk legde op het gevoel. De botsing tussen verstand en gevoel, rede en geloof, redenering en ervaring bepaalt de thematiek van Een schitterend gebrek . 

Lucia groeit op als een gevoelig natuurkind, maar door de Franse huisonderwijzer wordt zij doordrenkt met het rationalisme. Puur door haar ratio doorstaat zij de ondraaglijke jeuk van de pokken. 'Ik maakte mij van mijn lichaam los (...) en vond een schuilplaats in mijn geest. (...) Telkens slaagde mijn verstand waar mijn gevoel faalde. (...) Mijn verstand kan mij overal uit redden'. Ook de beslissing om haar diepe gevoelens voor Giacomo te onderdrukken ter wille van zijn carrière, neemt ze op puur rationele gronden.


Tot slot wordt er veel figuurlijk verteld in het boek. Dat maakt het boek speels en ik vind dat erg prettig om te lezen. Je moet dus niet alles letterlijk nemen zoals het er staat. Er wordt in het boek vaak een vergelijking gemaakt tussen wat figuurlijk is bedoelt met de werkelijkheid van Lucia haar leven. 

zaterdag 22 september 2018

Lezen voor de lijst vwo 6 - boek 2

Titel: Siegfried
Auteur: Harry Mulisch
Uitgeverij: De Bezige Bij
Plaats en Jaar: Amsterdam, 2001
Aantal pagina's: 213







Samenvatting 

Het is herfst in Wenen aan het eind van de jaren negentig, Rudolf Herter is er een week naartoe gegaan samen met zijn vriendin Maria. Herter heeft een boek (de uitvinding van de liefde) geschreven dat een internationaal succes is en komt daarom in Wenen voor een interview en een lezing. Tijdens een tv-interview waarin hij komt vertellen over zijn boek, houdt hij een relaas over de aard van fantasie en uiteindelijk de aard van de kunst. Hij stelt in dit relaas dat je een persoon die je niet begrijpt, zou kunnen begrijpen door hem of haar in gedachte in een extreme situatie te plaatsen om te zien hoe hij of zij daarop reageert. Volgens Herter is de meest onbegrijpelijke persoon Hitler, daarom zijn er ook zoveel boeken over hem geschreven. Het idee om Hitler in een fictieve situatie te plaatsen om hem beter te begrijpen laat Herter niet los. Het probleem met dit idee is dat Hitler zelf al de meest extreme situatie lijkt te hebben geschapen. Daarom probeert Herter iets te bedenken wat in strijd is met de aard van Hitler, wat dus voor Hitler een extreme situatie zou zijn. Maria denkt met hem mee hoewel ze niet altijd begrijpt waar zijn gedachten hem heen leiden.
De volgende dag heeft Herter eerst drie korte interviews die allemaal terug komen op het televisie-interview van de vorige dag. Herter is bang om te veel te zeggen zodat iemand zijn idee kan stelen. In de middag gaat hij naar een diner bij de ambassadeur waar hij een bekende musicus ontmoet. Ook hier komen zijn tafelgenoten terug op de uitspraken die Herter deed over Hitler. In het hotel belt Herter met zijn zoontje Marnix, die hem zoals altijd verrast met zijn scherpe logica. Peinzend over Hitler slaapt Herter wat voordat hij zal voordragen in de Nationalbibliothek. Hij draagt drie kwartier voor en signeert daarna nog. Aan het einde van de signeer sessie komt er een man naar hem toe die Nederlands spreekt met een sterk Duits accent. Hij stelt zichzelf en zijn vrouw voor als Ullrich en Julia Falk en komt ook weer terug op het televisie-interview. Meneer Falk vertelt dat hij informatie heeft over Hitler die Herter misschien zal interesseren. En Herter is zeker geïnteresseerd de volgende dag gaat hij naar het bejaardentehuis waar het echtpaar Falk woont. Als hij daar de volgende dag aankomt merkt hij dat het echtpaar niet op hun gemak is. Ullrich Falk vertelt over hun achtergrond en hoe zij als bedienden op Berghof, het buitenverblijf van Hitler, te werken kwamen. Voor hij tot de kern van zijn verhaal komt laat hij Herter zweren dat hij hun verhaal pas na hun dood zal onthullen. Het verhaal gaat verder over hoe zij Eva Braun leerden kennen met wie Julia het goed kon vinden en hoe zij via haar veel te weten komen over Hitler. Een tijdje later leren zij ook de Führer zelf kennen. Zij vertellen hoe elke beweging van hem was ingestudeerd en hoe hij altijd een rol leek te spelen. Hiermee zitten ze op een lijn met Herter die Hitler’s ware aard ook niet kan vangen zonder fantasie. En dan komen zij tot de kern van hun verhaal. In mei 1938 werden zij ontboden bij Hitler en een klein gezelschap van zijn vertrouwelingen. Hitler vertelt hem dat hij en Eva Braun een kind verwachten. Hitler heeft het echtpaar Falk nodig om te doen alsof het hun kind is dat geboren zal worden. En zo gebeurde het dat zij de kamer naast die van Hitler en Eva Braun betrokken. Het kind werd geboren en werd Siegfried genoemd. Hij woonde bij het echtpaar Falk en ze lieten iedereen ook hun eigen familie geloven dat hij hun zoon was. Na verloop van tijd voelde Siegfried die zij Siggi noemden ook echt als hun zoon. Het waren gelukkige tijden voor het echtpaar Falk en met oud en nieuw deden zij traditioneel aan loodgieten, waarbij gesmolten lood met een tinnen lepel in een bak met water wordt gegoten. Er ontstaan dan grillige figuren waaraan men de toekomst voor het volgende jaar kan zien. Ullrich Falk heeft Hitlers loodgietsel bewaard en geeft het aan Herter. Ondertussen  gaat de oorlog door maar op de Berghof merken zij daar weinig van.
Op vrijdag tweeëntwintig september verandert dat plots Eva Braun wordt opgehaald om naar Berlijn te gaan, zodat de Führer haar bij zich heeft. Maar wanneer zij vertrokken is komt er nog een bevel, Ullrich Falk krijgt het bevel Siegfried te doden. Als hij niet aan dit bevel zou voldoen zou Siegfried alsnog gedood worden en zouden hij en Julia naar een concentratiekamp gebracht worden. Dit zorgt natuurlijk voor hevige tweestrijd bij Ullrich, maar hij voert het bevel inderdaad uit. Op de schietbaan schiet hij alsof het een ongeluk is Hitlers zoon dood. Een week later werden hij en Julia overgeplaatst naar Den Haag.
Na dit hele verhaal wat Herter diep heeft geschokt nemen zij afscheid van elkaar. Herter laat zijn adresgegevens achter zodat hij geïnformeerd kan worden als het echtpaar Falk is gestorven waarna hij van zijn eed van geheimhouding verlost zal zijn. Terug in het hotel maakt hij op Maria een verwilderde indruk. Maria vraagt hem te gaan slapen om tot rust te komen, maar Herter begint te praten in zijn dictafoon omdat hij bang is dat zijn gedachten hem anders zullen ontglippen. Herters gedachten tuimelen razendsnel over elkaar heen in zijn verklaring van Hitler. Hij komt erbij uit dat Hitler een manifestatie van het Niets is. Maria kan hem al lang niet meer volgen. Herter raast maar door tot hij verklaart dat Nietzsche gek is geworden door de geboorte van Hitler.
In dagboekfragmenten van Eva Braun gaat het verhaal verder. Zij vertelt over haar laatste dagen in de bunker en over hoe ze erachter kwam dat Hitler Siegfried had laten doden. Toch trouwde ze met hem  hoewel ze hem steeds minder begrijpt en weet dat ze snel zullen sterven.
Als Maria terugkomt om Herter wakker te maken, ziet ze hem in dezelfde houding liggen als toen ze wegging. Herter is overleden. In zijn linkerhand heeft hij het stukje lood dat Hitlers toekomst zou voorspellen, Maria luistert de dictafoon af en hoort Herters laatste woorden: ‘… hij…hij is hier.’

Mening:
Dit boek heb ik uit de bibliotheek gehaald, omdat Brecht haar presentatie over dit boek had gedaan en hem erg had aangeprezen. Dus ik dacht dit boek moet ik dan maar eens gaan lezen. Misschien niet zo'n hele goede reden, maar ook heb ik dit boek uitgezocht omdat het niet een heel dik boek is. Ik hou namelijk echt niet van die hele dikke boeken waar geen eind aan komt en met veel te veel woorden iets wordt verteld. Ik hou veel meer van kort en krachtig, dit is al meteen de eerste reden waarom ik dit een leuk boek vind. Dus omdat het niet veel pagina's bevat en omdat het niet een verhaal is dat je een heel hoofdstuk moet lezen voordat er pas een uurtje (de vertelde tijd) voorbij is. 
Het leukste deel van het verhaal vind ik wanneer Herter bij het echtpaar Falk is terechtgekomen en hij allemaal verhalen over Hitler, zijn familie en omstanders verteld. In het begin zijn ze nog heel voorzichtig met wat je aan Herter vertellen, ook moet hij een eed afleggen. Hij mag namelijk pas als het echtpaar is overleden deze informatie uitbrengen. Maar nadat Herter zijn eed heeft afgelegd begint het verhaal van de echtgenoten over Hitler. Dit verhaal lees je zo makkelijk weg, geen moeilijke woorden of lastige verhaallijnen die alsmaar door elkaar lopen. Ook wil je bij dit verhaal gewoon snel weten hoe het verder gaat, ik kon er geen genoeg van krijgen, ik ging er namelijk ook helemaal in op. Ik heb me zo vaak verbaasd over wat er werd verteld. Ik zal een paar voorbeelden noemen, het gaat met name over Siegfried. Vandaag ook de titel.  Er is ook nog een ondertitel: ‘Een Zwarte Idylle’. Dit verwijst naar de liefdesverhouding tussen Adolf Hitler, Eva Braun en hun kind Siegfried. 
Tijdens de oorlog mocht het niet bekend worden dat Adolf of Eva een kind had. Daarom werd het kind ondergebracht bij de dienstmensen van Hitler (meneer Falk van de catering en zijn vrouw). Adolf legt uit aan Eva dat na de oorlog zijn kind zogenaamd geadopteerd zal worden van de familie Falk. Hij zal de nieuwe wereldleider worden. Maar als dan blijkt door gesjoemel van de Gestapo dat Eva niet zuiver arisch is, wat wel zo is, neemt Hitler het zekere voor het onzekere en laat zijn zoon elimineren. Daarom de ondertitel: een zwarte idylle. Het is dus een metafoor. Het betekent een droom die overschaduwd werd.
Wat niemand weet is dat Hitler een zoon had, genaamd Siegfried. Maar in die tijd wist ook niemand dat, het kind was van Hitler en Eva Braun. Maar Hitler kon niet maken dat hij, de machtigste van die tijd en de man waar alle vrouwen naar hunkerden, ineens een kind had. Dus dit moest anders, Julia en meneer Falk moesten doen alsof het hun kind was. Toen ik dit las dacht is echt van, lees ik dit wel goed, dat kan je toch niet maken! Iedereen werd wijs gemaakt dat het hun kind was, dus ook de familie van Julia Falk en Ullrich Falk. Toch niet te geloven.
Maar dat was zeker niet het enige waar ik me over verbaasde. Inmiddels is Siegfried al een tijdje geboren, dit is wel de meeste schokkende gebeurtenis uit het boek, namelijk Ullrich kreeg een bevel van Hitler om Siegfried te doden. En wanneer je een bevel van Hitler kreeg dan moest je dat doen. Of Siegfried dood of Ullrich en Julia dood. Dit is natuurlijk een verschrikkelijk vooruitzicht Ullrich, hij zit er heel erg mee en twijfelt heel erg of hij het moet doen. Uiteindelijk besluit hij het toch te doen, zonder Julia's geweten. Hij wou haar namelijk niet opzadelen met deze verschrikkelijke informatie, want er was niks aan te doen. Toen ik deze scene las, leefde ik helemaal met Ullrich Falk mee. Ik zat bijna met open mond te lezen geloof ik. Dat vind ik zo goed aan dit boek, ik was heel erg verbaasd en ik vond het echt heel indrukwekkend verhaal.
                 Maar dit verhaal wat Harry Mulisch schrijft, is dit eigenlijk wel echt. Het leuke is is dat het heel goed mogelijk zou zijn dat dit is gebeurt, want het is zo goed uitgedacht en het klopt gewoon. Maar waarom lees ik dan nu pas dat Hitler een zoon had. Dit is verder nergens bekend, nooit in documentaires of elders kwam dit aan de orde. Dus dat is iets waar je over kunt discussiëren.

Het einde van dit boek vond ik heel lastig en moeilijk om erdoorheen te komen. Er stonden heel veel moeilijke woorden in en ik kon er geen touw aan vast knopen wat er werd verteld. Achteraf blijkt het dat Herter wordt aangesproken door het kwaad, of het nou Hilter is of de duivel is niet duidelijk. Wat wel duidelijk is is dat Maria hem bewegingloos op de grond ziet liggen op de hotelkamer, hij is overleden aan een hartstilstand door een te grote emotie. De laatste woorden van Rudolf Herter waren: "Hij...hij...hij is hier".
Wat fijn is aan de schrijfwijze van dit boek is dat het vanuit een vertellersperspectief is geschreven. Je kunt alleen de gedachten van personen lezen, als deze het zelf ook werkelijk vertellen. De Falks, zij vertellen tijdens hun verhaal ook wat ze toen dachten. Ook wanneer Herter zijn theorie bedenkt, lees je dat omdat hij hardop aan het denken is. Alleen het dagboekfragment van Eva Braun, waarin naar voren kont dat zij een zeer ongelukkige vrouw is omdat haar man steeds weg is, is vanuit het ik-perspectief geschreven. Ze vertelt al haar gedachten en gevoelens tijdens de laatste paar weken van haar leven. 
Tot slot is er mooi met de taal gespeeld, er worden veel details beschreven en er zitten mooie vergelijkingen in. "Ik denk dat hij het oog van de cycloon wilde zijn. Rondom wordt alles verwoest door orkanen, maar in het oog is het schitterend weer met een blauwe hemel. Zijn villa Berghof in de Alpen was daar het symbool van. Daar broedde hij al die verschrikkingen uit, maar niets er van drong door tot die idylle." Een voorbeeld van zo'n vergelijking.


Lezen voor de lijst vwo 6- boek 1

Titel: Monte Carlo
Auteur: Peter Terrin
Uitgegeven: 2014
Uitgeverij: De Bezige Bij
Plaats+jaar: Amsterdam, 2014
Genre: Psychologische roman
Pagina's: 176






Samenvatting: 
Monte Carlo
Hoofdfiguur is de 35-jarige Engelse automonteur Jack Preston. We volgen hem vanaf de Grand Prix Formule I van Monaco in mei 1968. In het eerste deel, 'Monte Carlo', werkt hij voor het Britse team Lotus. Het is de dag van de grand prix in Monaco en de wereld kijkt toe: niet alleen de prins van Monaco  en zijn vrouw Grace Kelly zijn aanwezig, ook de wereldberoemde Amerikaanse filmster Deedee zal straks haar  opwachting maken. Voor de start van de wedstrijd komt zij het asfalt op, waar Preston haar redt wanneer gelekte autovloeistof in brand vliegt. Hij beschermt haar met zijn lichaam, waardoor hij zelf in de hens komt te staan en zwaar gewond wordt afgevoerd. Zij komt ongeschonden uit de bijna-catastrofe. Preston daarentegen verbrandt zijn rug, billen en nek. Er is een vrouw op de tribune die met een camera net één foto heeft gemaakt van dat moment.
Aldstead
Schadelijker voor Preston  echter is de afwikkeling van de gebeurtenis: niemand heeft waardering voor zijn heldendaad, Deedee's lijfwacht krijgt de eer toegeschreven haar gered te hebben. Preston is niemand: zijn acties niet betekenisvol, zijn gezicht niet bekend. De media vermelden zijn naam niet.  Hij keert terug naar zijn woonplaats Aldstead in Engeland en vervolgt, zo goed en zo kwaad als mogelijk, zijn oude leven. Aanvankelijk zien de dorpsbewoners hem als een held, maar er is één man , een seizoenarbeider, die heel sceptisch is. Verder hoort Jack helemaal niets van Preston. Er is wel een bijzonderheid: zijn vrouw Maureen wordt opgewonden van zijn littekens en ze beleven dagelijks een menig plezierig seksueel hoogtepunt. Er lijkt een kentering te komen als Deedee in een talkshow bij Kingsley komt, maar het hele café, de Zwarte Zwaan, wacht vergeefs op een excuus of dankwoord van Deedee. Ze vertelt alleen dat ze in de serie de Wrekers gaat meespelen. Die wordt vanaf dat moment goed bekeken door Jack, die er speciaal een kleurentelevisie voor koopt. Hij heeft wilde fantasieën beroemd te worden en voor Ferrari te kunnen werken, maar hij krijgt een ontslagbrief van Lotus. Hij denkt echter nog steeds met Deedee in contact te kunnen komen. Hij vindt dat hij recht heeft op een soort beloning. In het dorp heeft hij alleen erkenning van de niet zo slimme Ronny.
Monte Carlo
Het is ongeveer een jaar later wanneer Deedee door een noodlottig auto-ongeluk om  het leven komt. Niemand weet de exacte oorzaak. Preston gelooft sterk in een soort goddelijk evenwicht: elke mens krijgt evenveel als hem toekomt. Maar de beloning waarop hij hoopt, komt niet, wel wordt Deedee gestraft voor haar ondankbaarheid. Er wordt een minuut stilte gehouden voor de volgende Grand Prix.
Op de dag in juli dat de eerste mens op de maan landt, gaat Jack met zijn mooie Lotus Cortina rijden met de simpele Ronny. Hij vraagt hem of hij tot twintig kan tellen in een dodelijke bocht waarbij jack zijn handen losmaakt van het stuur. Normaal kan dat maar zes seconden.
Het is een open einde, maar het is heel waarschijnlijk dat Jack om het leven komt (zoals zijn grote idool Deedee) Ronny meldt zich zoals gewoonlijk bij de invalide vrouw die altijd zijn ravenzwarte haren kamt.

Mening:
Ik heb dit boek gekozen om te lezen omdat het als aanrader stond aangegeven op de site lezenvoordelijst.nl. Ik heb er zeker geen spijt van, dat ik dit boek heb gekozen. In tegenstelling tot veel andere boeken leest dit boek erg gemakkelijk. Je gaat er snel doorheen en het is goed te volgen. Ook bevat dit boek weinig tot geen lastige woorden, wat ik erg prettig vind, want zo is het goed te begrijpen.
Ik vind het een mooi geschreven verhaal, je begint namelijk in het ongeluk, waar eigenlijk het hele boek om draait. In het begin is het wat onduidelijk wat je nou precies aan het lezen bent. Maar langzamerhand wordt het je duidelijk en begin je het al beter te snappen. De clou van het verhaal draait dus om dat ongeluk dat voorafgaand aan de Formule ! race in Monte Carlo plaatsvond. Hierna is het leven van Jack Preston totaal anders dan hiervoor.
Wat veel voorkomt in dit verhaal is de dood. Daarom is de dood ook één van de motieven van dit verhaal. De dood rijdt mee in het leven van Jack. Zijn vader is in WO2 omgekomen. Hij redt Deedee van de dood, wereldberoemde Amerikaanse filmster, maar later komt zijn toch bij ongeval om het leven. Omdat zij niet heeft gewaardeerd dat Jack haar leven heeft gered. Ook de vrouw die de enige foto maakte tijdens het ongeluk en dus zou kunnen bewijzen dat Jack een held was, komt door een ongeval om het leven. Waarschijnlijk rijdt Jack zich daarna uit een soort wraakgevoel langs de weg en overlijd hij, maar dit is niet zeker omdat het een open einde is. Maar zo heb ik dit verhaal ingevuld. Natuurlijk is de dood niet iets waar je blij van wordt, maar hoe de dood in dit boek voorkomt grijpt me erg aan. Want zoals de vrouw die kon bewijzen dat Jack de vrouw heeft gered en niet haar lifeguard overlijd en ook Deedee die Jack niet heeft bedankt overleefd het niet.
Wat ik ook erg prettig vind aan dit boek is dat de drie delen, Monte Carlo, Alstead en Monte Carlo over het algemeen chronologisch wordt verteld. Het blikt een paar keer terug in de tijd. Namelijk een keer dat Jack Preston terug kijkt naar de tijd van zijn ouders en hoe hij zich ontwikkeld heeft tot een gewaardeerde automonteur bij Lotus. Er zitten verder geen flashbacks meer in en zo blijft het verhaal erg duidelijk en heb je niet dat je goed je hoofd erbij moet houden in welke tijd je nu weer zit.
Het verhaal is verteld in alwetende vorm, dit houdt dus in dat het als het ware met een helikopterview boven het verhaal zweeft. Je bekijkt het altijd vanuit een hij of zij, nooit uit de ik-vorm.
Wat ik echt heel verrassend aan dit boek vond is dat Deedee overleefd door een ongeluk. Ik had dit echt niet zien aankomen dat dit zou gebeuren. Maar dat maakt het boek ook weer leuk omdat het zo onverwacht is.


zaterdag 2 juni 2018

Lezen voor de lijst vwo 5 - boek 4

Titel: Magnus
Auteur: Arjen Lubach
Jaar uitgave: 2011
Uitgeverij: Podium
Plaats: AmsterdamAantal pagina's: 318
Genre: ontwikkelingsroman, reisroman, Young Adult


Samenvatting van het boek:
De niet zo bekende jonge toneelschrijver Merlijn Kaiser heeft het moeilijk: zijn grote liefde Caro (op wie hij al verliefd is sinds de stedenreis in 5 vwo) heeft hem verlaten voor een Amsterdamse singer-songwriter, hij bezoekt zijn vrienden niet meer en hij krijgt de epilepsie waar hij sinds zijn achtste aan lijdt, niet onder controle. Dan gebeurt er plots iets erg vreemds: hij wordt opgebeld door de fraudebestrijdingsdienst van zijn creditcardbedrijf, met de vraag of hij een paar dagen geleden in een Zweeds pretpark zo'n 1650 euro heeft uitgegeven. Hoewel Merlijn zelfs nooit in Zweden is geweest, zegt hij: 'Ja.'Plotseling heeft Merlijn een nieuw doel in zijn overhoop gegooide leven: de dief van zijn creditcardgeld opsporen in Stockholm, Zweden. Hij werkt aan een nieuw toneelstuk en van het voorschot dat hij heeft gekregen kan hij makkelijk op reis. Eenmaal in Zweden blijkt de zoektocht naar de fraudeur zich ongemerkt uit te breiden. Hij ontmoet mensen die hem een heel andere kijk geven op zijn eigen leven en doet een schokkende ontdekking.

(gehaald van: https://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/m/magnus/ )


Opdracht: 
Ik zou dit boek, Magnus van Arjen Lubach, zeker aanraden om te lezen. Ten eerste zit in dit boek veel afwisseling in de tijd. Soms heb je dat 2 alinea's over een bepaalde tijd gaan en dan daarna weer naar een hele andere tijd. Dit zorgt voor veel variatie, ook leest dit fijn want zo heb je veel afwisseling in het verhaal. Wel moet je hierdoor je aandacht er goed bij houden, want anders snap je het op een gegeven moment niet meer, maar dat is met dit boek heel goed te doen.
             Ook zijn de gedachtes van de hoofdpersoon, Merlijn, in dit boek heel duidelijk beschreven. Zoals in dit stukje: "'Hebt u bijna zestienhonderdvijftig euro uitgegeven in een pretpark in Zweden?' Ik dacht na. Eerst over de mogelijkheid dat ik dat echt was geweest. Dat het echt tien jaar later was en ik jaren was vergeten. Daarna zag ik de spullen van Caro staan in de badkamer: deodorant, een elektrische tandenborstel. Ik dacht aan Lucas en Walter, aan Pacific Parc. Ik dacht aan de buschauffeur in China die heimwee had gekregen tijdens zijn werk en een taxi naar huis had genomen." (blz. 31) En zo gaat dit nog wel even door. Je ziet in dit stukje niet alleen dat je heel veel van zijn gedachtes te weten komt, maar ook dat het heel erg in detail beschreven is. Ook hierdoor wordt het verhaal erg duidelijk, want je krijgt een heel breed beeld van wat erg precies gebeurt en hoe de omgeving er uit ziet.

Nog een klein stukje uit het boek waar met heel veel details worden geschreven. "'Ben je een reisjournalist?' vroeg het meisje achter de bar. Ze sprak Engels met een accent dat anders klonk dan dat van de Zweden die ik had ontmoet. 'Reisjournalist?' 'Ja. Van die eenzame types met een net iets te slechte camera en een computer. 'Ze wees op mijn spullen. 'Ze zitten hier vaak. De pittoreske bed-and-breakfasts te beschrijven, terwijl ze zelf in een viersterrenhotel slapen. En aan het eind van de middag zetten ze het op een zuipen.'" (blz. 78)
              Het verhaal is geschreven in het ik-perspectief. De hoofdpersoon is Merlijn Kaiser, van hem kom je dus heel veel te weten, ook van zijn gedachtes en handelingen. Hier heb je veel voordeel aan, omdat het verhaal zo erg duidelijk wordt. Een voorbeeld waaruit je kan halen dat het in het ik-perspectief is geschreven: "'Ben jij zo'n journalist die denkt dat iedereen een verhaal bij zich draagt? Dat er in iedereen een boek zit, of een film?' Ik dacht na. Ik was niet eens een journalist, laat staan een journalist die denkt dat iedereen een verhaal bij zich draagt. De dagen in het ziekenhuis waren mijn verhaal, dacht ik. Het eerste verhaal dat mij was verteld. En zo was ik geworden. Anders, met grote kans op uitval." (blz. 147)
               Het motto van dit boek is van Erwin Olaf. "Soms ben ik in mijn eigen huis. Dan zit ik thuis op mijn bank en dan denk ik: ik wil naar huis." Dit motto past heel erg goed bij dit boek, je niet thuis voelen op een plek. Je een vreemdeling voelen in je eigen omgeving. Dit is heel goed van toepassing op de hoofdpersoon Merlijn.
Het boek is in drie delen verdeeld, die worden Akten genoemd. Het is niet toevallig dat de delen Akten genoemd worden. Want Merlijn Kaiser is immers een toneelschrijver en die verdeelt de episode van zijn in het leven geroepen stuk in Akten. Die Akten zijn weer onderverdeelt in verschillende hoofdstukken waardoor het erg overzichtelijk wordt.
               Ook is het een erg spannend boek, want wie zou nou Merlijn zijn creditcard misbruiken en waarom doet diegene dat?
Als laatste het einde, het boek heeft een open einde. Het eindigt met Merlijn die een epileptische aanval krijgt en met zijn hoofd op de stoep valt. "Laat het kort duren, dacht ik nog, laat het voorbij zijn voor ik mezelf open heb getrild aan het grind voor mijn voeten en ik schuimend de aarde naar binnen hap. Laat het kort duren. En toen begon het. Het was hier. En in dat insult, in die afwezigheid, in dat niets, daar bevind ik me nu." (blz. 268) Door dat het boek een open einde heeft, zet het je aan het denken en wil je eigenlijk weten hoe het met Merlijn afloopt.
              Kortom: genoeg redenen waarom je dit boek moet gaan lezen, het is vooral erg spannend en het leest gemakkelijk. Echt een boek waarbij je steeds wilt weten wat er verder gaat gebeuren.


zondag 4 maart 2018

Lezen voor de lijst vwo 5 - boek 3



         Sonny Boy

geschreven door: Annejet van der Zijl


























Jaar uitgave:2004
Uitgeverij:Nijgh & Van Ditmar
Plaats:Amsterdam
Aantal pagina's:282
Genre:biografische roman, journalistieke roman, non-fictie, oorlogsroman

Samenvatting van het boek:
Als de jonge rooms-katholieke Rika van der Lans en de protestantse Willem Hagenaar in 1911 trouwen tegen de wil van hun families, is het schandaal niet te overzien. Toch begint de toenadering met de bloedverwanten snel en wonen Rika, haar man en hun vier kinderen binnen enkele jaren gelukkig samen in Den Bosch. De sfeer slaat echter om als Willem voor zijn werk moet verhuizen naar het dorp Goeree. Rika kwijnt er weg van verveling en mist de zwierigheid van de grote stad. Als haar man, niet wetende wat hij met zijn steeds opstandigere vrouw aanmoet, zijn handen niet meer thuis kan houden pakt ze in 1926 haar spullen en vertrekt naar Den Haag. Hier woont ze enige tijd onder primitieve omstandigheden samen met haar kinderen. Ondanks de moeilijke tijden stemt Rika er in toe Waldemar Nods in huis te nemen, een Surinaamse jongen die voor het grote geld naar het rijke Nederland is gekomen. Ondanks het leeftijdsverschil van ongeveer twintig jaar bloeit snel er iets tussen het tweetal en het duurt niet lang voor Rika merkt dat ze zwanger is. Haar kinderen vatten dit nieuws minder blij op dan gehoopt. Haar oudste zoon Wim loopt samen met zijn broertje Jan zelfs weg, terug naar hun vader. Willem, nog steeds onwillig de scheidingswens van zijn vrouw te accepteren, barst na het aanhoren van het verhaal van jaloezie. Rika is ondertussen om haar relatie met een zwarte man compleet verstoten door haar omgeving, en ondanks de pijn die het doet ziet ze zich snel genoodzaakt haar overige twee kinderen, Bertha en Henk, ook naar hun vader te sturen. Deze verbiedt hun vervolgens echter elk contact met hun moeder.


Vol verdriet over het “verlies” van haar kindjes verhuist Rika met Waldemar en hun zoontje Waldy naar Scheveningen, waar het haar ondanks de crisisjaren dertig lukt een goedlopend pension te starten. Eind jaren dertig treedt het paar in het huwelijk en begint het contact met Rika’s kinderen langzaam weer redelijk op gang te komen.

Als de Tweede Wereldoorlog begint komt Rika snel in de LO terecht, de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers. Het opvangwerk zet ze door, ook nadat het gezin door de Duitse evacuatie van Scheveningen opnieuw terug moet verhuizen naar Den Haag. De Duitse overheersing begint steeds een grimmigere omvang aan te nemen. Maar door stom toedoen van een van haar onderduikers, de SS-deserteur Gerard van Haringen, wordt haar gezin januari 1944 verraden en worden al haar Joodse gasten op de trein gezet. Rika, Waldy en Waldemar worden opgesloten in een gevangenis voor mensen uit het verzet, het Oranjehotel in Scheveningen. Waldy is snel vrij en wordt in afwachting van de vrijlating van zijn ouders opgevangen door verschillende gezinnen.
Door haar verbeten koppigheid wordt Rika gedurende haar verblijf in het Oranjehotel sterk mishandeld door haar woedende ondervragers. Waldemar wordt snel naar het werkkamp in Vught gestuurd en ook Rika verhuist daar na enkele maanden heen. Hun wegen worden echter opnieuw gescheiden als Waldemar naar het concentratiekamp Neuengamme wordt verplaatst. Door zijn kennis van de Duitse taal weet hij daar een baantje in de kampadministratie te bemachtigen, waardoor hij het er naar omstandigheden redelijk heeft. Rika wordt later op transport gezet naar het vrouwenkamp Ravensbrück. Hier overlijdt ze februari 1945 aan de gevolgen van dysenterie. 
Ook Waldemar overleeft uiteindelijk de oorlog niet. Na de bevrijding van zijn kamp worden de overlevenden opgevangen op het schip “Cap Arcona” aan de Oostzee. De Britse veiligheidsdienst vermoedt echter dat de haven vol SS’ers zit en bombardeert de plaats 3 mei 1945. Duizenden van de zwaar ondervoede ex-kampleden weten het slechts enkele minuten uit te houden in het ijskoude water. Waldemar lukt het zwemmend de kust te halen, maar hij wordt op het strand neergeschoten door Duitse soldaten.

Via ooggetuigen van de dood van zijn ouders weet Waldy na de bevrijding snel dat zoeken geen zin heeft. Hij krijgt het zeer moeilijk met het verlies en tot grote opluchting van de familie van Rika nemen naar Nederland geëmigreerde familieleden van Waldemar de opstandige jongen in huis. Om zijn worsteling te doorbreken probeert Waldy na vijftig jaar zijn leven op papier te zetten, maar zonder bevredigend resultaat. Het heeft hem zonder meer geholpen dat uiteindelijk Annejet van der Zijl het verhaal reconstrueerde


gehaald van: (https://www.scholieren.com/boekverslag/58924)


Opdracht: 
Ik zou dit boek zeker aanraden om te lezen. Ten eerste is het een heel leerzaam boek, het zit vol met elementen uit de geschiedenis. Je leert van dit verhaal veel over de geschiedenis van de slavernij in Suriname en van de jacht op onderduikers en hun helpers in de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Het boek is een nauwkeurige reconstructie van de werkelijkheid. Dat betekent dat de schrijver weinig aan de werkelijkheid toevoegt. Zo vind je bijvoorbeeld niet veel dialogen in het boek en het verhaal is grotendeels beschrijvend, dit betekent dat met gebruik van woorden ze laten zien hoe iets is. Omdat het een waargebeurd verhaal is is het erg aangrijpend. Ook vind je in het boek foto's van het waargebeurde verhaal, die foto's kun je allemaal koppelen aan wat er verteld is in het verhaal. Zoals deze foto op bladzijde 97 de onderste. Dat is een foto van de Waterkant in Paramaribo, anno 1920. Over de Waterkant in Paramaribo wordt verteld in het verhaal. Over alle foto's is wat te vinden in het verhaal, dat is erg prettig dat er bij de meeste gebeurtenissen in het verhaal een beeld bij te plaatsen is.
            Ook wordt de geschiedenis (het leerzame deel) en de verhaallijn (verhaal van Rika en Waldemar) goed met elkaar verbonden, het ondersteund elkaar. Dit is een voorbeeld hiervan: "Voor een keer leken de geschiedenis en de grote historie naadloos met elkaar samen te vallen. Want kerstmis 1941 was niet alleen een heugelijk keerpunt voor Rika, maar ook voor de oorlog. Want Hitler de onoverwinnelijke verloor zijn eerste grote slag bij Moskou. Rika haar kerstmis in 1941 was wat betreft eten maar aan de karige gelegenheid, maar voor Rika was het een feest van ongekende luxe, want ze had zomaar drie van haar vijf kinderen om zich heen." (blz 106-107) Dit was heel bijzonder voor haar, omdat ze haar kinderen na de scheiding met haar man eigenlijk nooit meer had gezien.
            Dit verhaal is grotendeels chronologisch verteld, wat erg fijn is om te lezen. Af en toe wordt er verwezen naar andere tijden en sommige dingen staan door elkaar. In de eerste hoofdstukken wordt gebruik gemaakt van grote flashbacks, want er wordt verteld over de geschiedenis van zowel Waldemars en Rika's familie. Er wordt ingegaan op het leven van hun grootouders en ouders, dat in de 19e eeuw plaatsvond. Je hebt vier duidelijke verhaallijnen in het boek. De verhaallijnen zijn: de geschiedenis van Waldemar Nods; het verhaal van Rika van der Lans; het verhaal van Waldemar en Rika in de vooroorlogse jaren; het verhaal over de oorlogsjaren.

“Sonny Boy” is een liedje van Al Jolson en de bijnaam die Waldemar en Rika aan Waldy gaven. Hij is het bewijs van hun verboden maar krachtige liefde.
Het Liedje is tevens is een motto van het boek
Hier de eerste drie regels:

"When there are grey skies
I don’t mind the grey skies
You make them blue, Sonny Boy" (blz 57)

Een mooie omschrijving voor het gezin Nods- Van de Lans. Hoeveel tegenslagen ze ook te verduren kregen, hun liefde maakte alles meer dan voldoende mooi.

Ook zijn de personages erg verschillend en goed uitgewerkt, dit zijn de belangrijkste personages van het verhaal. 

  • Rika van der Lans. Zij strijd waarvoor ze staat. Volgens mensen die haar gekend hebben gekenmerkt door onmisbaar flitsende ogen. Ze zet alles op alles om haar “verloren” kinderen terug te krijgen, zet in de tussentijd haar extra moederliefde in om eerst haar pensiongasten en later onderduikers het naar de zin te maken.
  • Waldemar Nods. Een Surinaamse “Ocean Swimmer”, een jongen die naar Nederland komt om daar te gaan studeren. Hij werd de 'zwarte' genoemd in die tijd, toen werd dit nog helemaal niet geaccepteerd een blanke vrouw met een zwarte man, ook nog veel jonger dan haar. Hij is heel erg rustig en beleefd, heeft veel moeite met zich thuis voelen in het koude Nederland, maar terugkeren naar Suriname wil hij zijn gezin niet aandoen. Waldemar stierf terwijl hij deed wat hij het liefst deed om zich vrij te voelen, namelijk zwemmen.
  • Waldy Nods, bijnaam Sonny Boy, de zoon van Waldemar en Rika. Hij is redelijk opstandig, heeft het niet altijd makkelijk met de wilde verhuizingen van zijn ouders en heeft moeite met de pesterijen op school. Na de dood van zijn ouders verliest hij ook een flink stuk van zichzelf.
  • Willem Hagenaar. Een trotse man en dolverliefd op Rika. Hij kan het niet hebben als zijn vrouw hem verlaat en stelt alles op alles haar weer terug te krijgen. Pas na het bericht van haar dood begint hij het te accepteren en lukt het hem weer om verder te gaan met zijn leven
  • Bertha Hagenaar,  zij wordt door bekenden “Zus” genoemd. Ze is de dochter van Rika en Willem. Ze heeft veel moeite met het gemis aan moedergevoel bij haar strenge vader. Zij houdt als enige consequent het contact met haar moeder vol.
Tot slot is het verhaal in de alwetende vorm verteld, want er worden dingen beschreven die de personages van te voren nog niet kunnen weten. Ook weet de verteller wat iedereen denkt, voelt en weet wat er in het verleden is gebeurd.
De hoofdpersoon in het verhaal is Rika, haar gedachtes en gevoelens zijn het duidelijkst naar voren gebracht in het verhaal. Het verhaal wordt ondersteund door citaten en brieven of dagboekfragmenten van Waldemar, RIka, Waldy en Bertha. Dit maakt het verhaal leuker en aangrijpender, omdat je zo de gevoelens en gedachtes van de personages goed komt te weten. Deze stukjes worden cursief gedrukt, dat maakt het erg overzichtelijk en zo weet je dus goed wanneer het een citaat of brief is. Dit is een voorbeeld van zo'n citaat: "Ik weet het nog goed, de laatste avond voor dat ik wegging, dat ik nog even uit mijn bad kwam en toen vroeg ik aan mama: Is het toch heus de laatste avond? De koffer stond naast mijn bed Mama zei: 'Zus, probeer je er nu overheen te zetten en schrijf me alles wat je op je hart hebt.' Ik ben toen naar bed gegaan. Maar ik heb toen gehuild, ik kon niet meer stil worden. Ik had zo'n leeg gevoel over me. Dit is een dagboek stukje van Zus, de laatste avond bij haar moeder. (blz 58-59)

vrijdag 5 januari 2018

lezen voor de lijst vwo 5 - boek 2

Het Schnitzelparadijs

samenvatting van het boek:


Nordip Doenia, een Marokkaanse jongen, heeft 2 jaar lang “geslapen.”(niets met zijn leven gedaan), nadat het was uitgegaan met zijn vriendin Tsjoepita.
Nu wilde hij zijn leven weer een beetje oppakken en gaan werken. Hij vond via zijn neef Krimo een baan in een restaurant, De Blauwe Gier.
Hij ging stage lopen in de keuken, als afwasser in de ‘pannenhoek’, waar hij verder niet voor betaald kreeg. Hij kreeg een nieuwe bijnaam: de Sopkop.
In zijn pannenhoek kwamen de anderen uit de keuken of uit de bediening even hun hart uitstorten bij hem wanneer ze weer problemen hadden. Nordip komt al gauw iets over een spel te weten wat je tegen de baas kan spelen om hogerop te komen. Maar niemand wil Nordip vertellen wat voor spel het is.
Nordip weet Krimo en Agnes (de rijkeluisdochter die werkt als dienstmeisje in de Blauwe Gier) aan elkaar te koppelen. Amimoen (medewerker in de keuken) is hier nogal pissig over, zijn maten bedreigen Nordip. Nordip wil het spel ook een keer spelen, hierop antwoordt Amimoen dat hij de Blauwe Gier in brand zal steken als Nordip wint.
Nordip moet een keer, toen er vreemde mensen in het restaurant waren naar voren komen om te zeggen hoe hij in het leven stond. Hij had toen gezegd dat hij eigenlijk 2 jaar lang geslapen had en nu aan het ontdekken was wat er in de wereld te doen was.
Op een dag komt de FIOD een inval doen in het restaurant. In de Blauwe Gier werken veel zwartwerkers die worden opgepakt en hun baan kwijt zijn. Meerman (de baas) blijkt schuldig te zijn aan belastingfraude wegens het in dienst nemen van mensen die niet geregistreerd zijn. Het is een zooitje in de Blauwe Gier, en omdat er aan het licht is gekomen dat het allemaal niet legaal geregeld is in het restaurant besluiten sommige medewerkers om op te stappen, waaronder Krimo. Krimo stort zich op een carrière als zanger, waar hij altijd al mee bezig was. Hij heeft succes.
Het blijft lange tijd een chaos in de Blauwe Gier, de klanten zijn vaak ontevreden over de kwaliteit en omdat er veel vertraging is met de gerechten. De oorzaak is het tekort aan personeel, nadat vele waren opgestapt. Ook zijn degene die gebleven zijn heel ontevreden en wordt er veel gemopperd en slecht gewerkt. Wilhelm, de manager van de keuken is vaak over de rode.

De nood wordt heel hoog, er is te weinig personeel,. Daarom willen ze Nordip nuttiger werk in de keuken laten doen. Maar daarvoor moet Nordip eerst het spel spelen. Wilhelm gaat dat doen met Nordip. Het bleek een eenvoudig potje dammen te zijn. Als Nordip won mocht hij de vleesvork hebben en dus eerste kok worden. Het spel is Nordip volledig onbekend en Wilhelm had al van iedereen gewonnen. Maar tegen alle verwachtingen in wint Nordip. Zo wordt hij eerste kok, in de plaats van zijn neef Krimo die was opgestapt.
Als Nordip naar huis gaat neemt hij afscheid van iedereen. Hij zwaait naar Bokma en Amimoen, die op het balkon staan, naast flacons spiritus, maar ze zwaaien niet terug.
Hij loopt vrolijk verder als hij brandweersirenes hoort. De brandweer is op weg naar de Blauwe Gier die in de fik staat. Maar Nordip is vrij en loopt vrolijk verder naar huis.


Opdracht:
Ik zou dit boek zeker aanraden om te lezen, bijvoorbeeld omdat het boek veel details bevat. Waardoor het heel duidelijk is waar het over gaat en zo krijg je ook een heel goed beeld van het verhaal. Ik vind dat erg fijn om te lezen wanneer er veel bijvoeglijke naamwoorden worden gebruikt en wanneer er veel details worden beschreven. Ik zal jullie een klein stukje voor lezen waar veel details inzitten:
"We naderen het uitgaansplein, waar de kroegen en danscafés van Opdeinen zijn verenigd - allebei. Het gebonk van snelle stamp-in-korte-tijd-zo-veel-mogelijk-heipalen-in-de-grond-muziek ontsnapt uit de deuren en de muurkieren van Het Klokhuis, dat aan het einde van het Markiezenplein staat, tegenover sandwichclub Tinus Double x." (blz 95)
Als je dit zo hoort dan heb je dat misschien niet heel goed door, maar er staat in dit stukje tekst één heel lang woord dat bestaat uit veel kleine woorden die met koppeltekens aan elkaar zijn verbonden. Dat woord is een voorbeeld van hoe de tekst met details wordt geschreven. Dat hele lange woord is eigenlijk ook niet echt een woord, maar het is meer een zin geworden doordat het uit zoveel woorden bestaat. Ook wordt in dit kleine stukje tekst erg goed verteld waar het zich afspeelt, namelijk aan het einde van het Markiezenplein, tegenover sandwichclub Tinus Double x. Allemaal voorbeelden van details.

Dit boek bevat niet alleen veel details, de schrijver Khalid Boudou schrijft ook met humor. Bijvoorbeeld deze zin vond ik best leuk: "Die jeugd van tegenwoordig zit vol met drugs, moeke. Wij gingen tenminste nog gewoon bij een kupske koffie een potje zitte damme bij 't sfeerlampke..." (blz 94-95)
Of dit stukje, dit vond ik ook grappig bedacht: "'Drink jij niet te veel koffie, jongeman?' vroeg de kantinejuffrouw met het roze schortje en de dikke knot, gekliefd door een houten speld. Ik keep in een bekertje melk. 'Ik ben verslaafd, reageerde in bijtend. Zwaar verslaafd, ik ben een junk, een balorige slurpjurk, door mijn aderen stroomt enkel nog maar koffie, koffie en nog eens koffie, binnenkort word ik opgenomen in de Douwe Egberts-kliniek.'" (blz 101) Doordat er gebruik word gemaakt van humor komt het verhaal erg luchtig over.
Het verhaal is niet chronologisch verteld, er zitten namelijk een paar flashbacks in. Een terugblik naar Marokko en een terugblik naar Tjoepita (Nordip zijn ex-vriendin). Het verhaal is dus grotendeels chronologisch verteld, dat lees erg fijn want zo raak je niet in de war in welke tijd je nu zit.
           Dit verhaal wordt verteld vanuit het ik-perspectief, vanuit Nordip een 19 jarige jongen. Dat leest erg fijn, want je ziet alles door zijn ogen, je kan zo makkelijk met hem mee leven en je komt zo veel over Nordip te weten omdat alles vanuit zijn perspectief wordt verteld. Ook over zijn gedachten en handelingen kom je zo veel te weten. De gedachten van Nordip worden cursief weergegeven, doordat het cursief is weergegeven wordt het een stuk duidelijker. Tenslotte is het verhaal zo makkelijker te volgen wanneer het steeds vanuit hetzelfde perspectief wordt verteld.
   
Een stukje van het verhaal waaraan je het ik perspectief herkent:
"Ik zoop mezelf moed in, kneep de bekertjes fijn, zei tegen de kantinejuffrouw: 'Je bent mijn roosje, mag ik je plukken en in de doofpot stoppen?' en plaatste mijn trillende voeten op de gang."

Dus genoeg redenen waarom je zeker dit boek moet gaan lezen!